Dromen en kansen

Als ik de kans had gehad! Ik hoor het mijn moeder zeggen, jaren geleden. Makelaar had ze willen worden. Ik zelf had geen droom over een carrière, ook geen droom over een man en kinderen krijgen. Ik had simpelweg geen droom. Saai, dat is waar. Mijn moeder kon niets kiezen. Een carrière in die tijd was niet weggelegd voor vrouwen, makelaar is ze nooit geworden. Tegen mijn moeder werd door de hoofdonderwijzer van de zesde klas doodleuk gezegd:
‘Jij gaat naar de Mulo.’  Cito toetsen waren er niet in die tijd, het beroep van je vader was bepalend voor het school advies. Mijn opa had een kapsalon en kinderen van middenstanders gingen naar de Mulo. Mijn moeders zus wilde naar de huishoudschool, zij kreeg een reprimande van diezelfde hoofdonderwijzer. Ze moest het zelf maar weten als ze stoepjes wilde schrobben later bij een rijke mevrouw, dat waren letterlijk zijn woorden.
Mijn tante ging toch. Ze heeft nooit stoepjes hoeven schrobben bij een rijke mevrouw. Ze werkte bij mijn opa als kapster tot ze trouwde en moeder werd van vier kinderen. Dat was haar droom.

Mijn moeder deed de Mulo en hielp mijn invalide oma in het huishouden. In de weekenden en als ze uit school kwam hiep ze mijn opa in de kapsalon.
Vier kinderen zoals haar zus was zeker geen droom van haar. Ze trouwde met mijn vader en kreeg mij, daar bleef het bij. Haar carrière bestond uit het helpen opbouwen van de zaak van mijn vader. Toch de middenstand.
Maar weer geen eigen keuze.

Zo ging dat in die tijd. Mijn generatie kon wel kiezen, ook als vrouw. Maar ik koos niet want ik had geen flauw idee wat ik wilde. Pas jaren later, al ruim boven de 50 ontwikkelde zich heel langzaam mijn droom. Niet van een carrière en uiteraard ook niet van een gezin met vier kinderen zoals mijn tante. Ik kwam overspannen thuis te zitten en ging verder met waar ik eerder aan was begonnen, schrijven. Mijn eerste roman is uitgegeven, mijn tweede komt eraan. Voor mijn derde zitten de ideeën in mijn hoofd. Het is geen baan, het is geen carrière, maar het is wel een droom. Mijn droom.

Soms komt een droom laat, op een moment dat je het niet meer verwacht.
Eenmaal boven de vijftig moet je als je de kans hebt,  alleen nog maar doen wat je leuk vindt. En als je een droom hebt, twijfel niet, voer hem uit. Niet iedereen haalt de 80 gezond. Ik las laatst een stukje over een gepensioneerde dame die zei: ‘Ik ben 62 en koos voor vervroegd pensioen omdat ik die kans had. Ik voel me beter dan ooit omdat ik niets meer hoef van mezelf en dat is zo’n heerlijk gevoel. Ik hoef geen CEO meer te worden, ik hoef geen Chinees meer te leren, tenzij ik dat leuk vind, ik hoef niets meer. Ik mag alleen genieten.’
En zo is dat!

Hiep hiep hoera, 83 jaar…

Gepubliceerd op 1 augustus 2021 om 14:15

We zitten in de tuin van het verzorgingshuis. Het is zaterdag. 83 is hij de week ervoor geworden, mijn vader. Ik kijk naar hem, met naast hem zijn oudste vriend, en zie hoe mager hij is, hoe leeg soms zijn blik. We krijgen eerst koffie met gebak en daarna een drankje en bittergarnituur. Mijn vader geniet, hoewel hij geen idee heeft waar hij is. Hij was weer emotioneel toen ik hem ophaalde van zijn kamer. Hij is de laatste tijd vaak emotioneel, maar niet omdat hij verdrietig is zegt hij steeds. Het hoort bij het ziektebeeld. Het niet kunnen controleren van je emoties, of dat nu boosheid, blijdschap of verdriet is. Hij zit aan een biertje als ik een huisgenoot van hem het terras op zie komen lopen. Het verbaast me dat deze man het terras überhaupt kan vinden. Mijn vader heeft namelijk geen idee hoe daar te komen. Iedere keer weer moet ik hem de weg wijzen. Ik zeg de man vriendelijk gedag en mijn vader kijkt me aan met een blik van, wie is dat? Hij herkent de man niet, ondanks dat hij iedere avond naast hem zit te eten. Als de man achter hem langs schuifelt vraagt mijn vader ineens. ‘Wil je ook een biertje’?’ Zou hij hem toch herkennen?
De man kijkt verbaast van links naar rechts, ziet dan m’n vader, twijfelt een moment maar zet dan toch z’n rollator aan de kant en gaat naast hem zitten.
‘Woon je hier al lang?’
‘Een jaar.’
‘Oh ik ook.’
Even is het stil, dan gaat mijn vader verder.
‘Waar woon jij?’
‘In Haarlem.’
‘Oh nou dat is ook toevallig, ik ook.’
Ze lachen er samen om, geen idee dat ze nog geen twee seconden ervoor min of meer dezelfde vraag stelden. En geen idee dat ze iedere avond naast elkaar aan tafel zitten.
‘Mooie tent dit he.’ gaat mijn vader weer verder.
‘Nou zeker.’
‘En zo lekker dichtbij, kwartiertje rijden.’
Ik lach in mezelf, het gesprek dat op een klucht lijkt, volgend. Ik lach, maar wil zo graag begrijpen wat er in zijn hoofd speelt, ik wil het maar ik kan het niet.

Zijn gedrag is, zoals bij de meeste Alzheimer patiënten in dit stadium, zo onvoorspelbaar. Soms blij en dan weer zo ongelooflijke boos.
De afgelopen weken was hij tevreden, soms emotioneel dat wel, maar niet op een verdrietige manier. Hij vond alles fijn. De spelletjes, de mensen die hem helpen, de drankjes die we samen in de tuin nuttigen, de tuin die hem een vakantiegevoel geeft. Het ging best goed.
Maar de laatste week is het tij gekeerd, zit hij weer gevangen in zijn boze ik.
Het niet begrijpen waar mijn moeder is. Dwalen over de gangen s avonds, net als hij thuis bij mijn moeder al deed. Onrust.
Ook lichamelijk gaat het slechter. Het lopen gaat moeizamer, hij is vaak moe of voelt zich niet lekker. Wil soms niet eten.

Ik kijk naar hem en vraag me af, wat doe je als je de diagnose Alzheimer krijgt en weet wat ik nu weet? Accepteren dat dit angstige leven, het benauwde gevangen zitten in je eigen lichaam, je toekomst is? Of op tijd beslissen dat je die toekomst niet wil?
Het is een keuze die ik hopelijk nooit hoef te maken.

De Biblebelt binnen de pluriforme samenleving

Gepubliceerd op 25 juli 2021 om 14:32

Ik lees, zoals zovelen, iedere dag nieuws op verschillende sites, apps en op tv. Daar word je eigenlijk helemaal niet vrolijk van. Nog niet zo lang geleden nam ik me voor te stoppen met het lezen ervan en weer terug te keren naar mijn ritme van de jaren 80. Alleen het 8 uur journaal kijken. Scheelt hartkloppingen en ergernis. Maar tot nu toe is het me niet gelukt dat vol te houden, blijkbaar schep ik er toch genoegen in me boos te maken. Best vreemd eigenlijk. Vanmorgen werd mijn irritatie veroorzaakt door een stukje dat ik las over de Biblebelt. Ik wil iedereen in zijn waarde laten en ieder mens mag geloven wat hij wil. Vrijheid van meningsuiting is de grondlegger van onze democratie.
Juist daarom mijn ergernis toen ik het artikel las.

Tot mijn verbazing wordt er in de Biblebelt stiekem gevaccineerd. Ik zeg tot mijn verbazing maar eigenlijk verbaast het me helemaal niet. Het stiekeme lijkt wat hypocriet, maar misschien logisch als je deel uitmaakt van een gemeenschap waar het oordeel hard is. Bestaan de waarden van de democratie soms niet binnen de Biblebelt? Je zou het haast denken, want als dat wel het geval was, zouden dorpsgenoten of familieleden van streng gelovigen zich niet stiekem bij de huisarts of in een plaats waar niemand ze kent te hoeven laten vaccineren. Vervolgens lees ik dat wanneer de huisarts met de dorpsgenoten in gesprek gaat over vaccinatie, er een verschil in reactie is als hij de vraag anders stelt. Op de vraag wilt u gevaccineerd worden, wordt stellig nee gezegd. Maar vraagt de dokter wat vindt u ervan om iets te krijgen dat voorkomt dat u corona krijgt, reageren ze meestal wel positief.
Ik vraag me serieus af hoe deze mensen denken. 
Waarom en voor wie doe je alsof, is de Biblebelt misschien een dictatuur binnen onze democratie? Ik vraag me af wat er nog meer stiekem gebeurt binnen deze geloofsgemeenschap.

We leven in een pluriforme samenleving waarin iedereen vrij zou moeten zijn in de beslissingen die hij of zij neemt voor zichzelf, zonder dat welk geloof of welke levensovertuiging dan ook hen daarin belemmert. Maar te vaak valt me op worden mensen geremd in eerlijk zijn naar henzelf en hun omgeving omwille van de mening en overtuiging van anderen.
De ontzuiling in de jaren 60 zorgde ervoor dat we minder in hokjes werden gestopt. Individuele ontplooiing werd belangrijker. Het lijkt of we langzaamaan weer gaan verzuilen. Ook Social Media zorgt immers weer meer en meer voor groepsvorming. Dat lijkt mooi, maar schuilt er ook niet een gevaar in? 

Het einde van een tijdperk?

Gepubliceerd op 15 juli 2021 om 13:04

Hoe lang ligt hij nog in de kiosken?

De krant lag, zolang ik me kan herinneren, bij mijn ouders iedere ochtend en iedere avond op de deurmat. S ochtends De Telegraaf en s middags Het Haarlems Dagblad. Ik ben geboren in 1965 dus televisie was niet het meest voor de hand liggende medium om nieuws te vergaren. De generatie van mijn ouders las de krant omdat er simpelweg niet veel andere informatiebronnen beschikbaar waren. Je had buiten die krant alleen de radio, tv kwam later. In de jaren 70 en 80 begon de tv naast de krant belangrijk te worden bij ons thuis. Tussen 8 en half 9 was praten verboden, dan vulde, net als nu nog steeds, de stem van het NOS journaal de huiskamer. Verder vond mijn vader tv onzin. Er was nooit iets dat interessant genoeg was om voor thuis te blijven, zei hij altijd. In het begin van mijn zelfstandige bestaan keek ik, niet anders gewend na al die jaren, om acht uur naar het journaal. Een krant had ik niet, die vond ik te duur en onhandig. Tabloid formaat was er in de jaren 80 nog niet en dat afschuwelijk grote ding op tafel had ik nog steeds een hekel aan.

Inmiddels worden we overspoeld met nieuws, TV, Radio, Internet en toch ook nog steeds die oude vertrouwde krant, weliswaar voor het overgrote deel gelukkig inmiddels in tabloid formaat. Ik moet bekennen, misschien zelfs wel een beetje tot mijn schande, dat ik nog steeds geen abonnement heb op een krant. Ik kan alles terugvinden op mijn pc, laptop, tablet en telefoon, waarom zou ik er dan zoveel geld voor betalen?
Want laten we eerlijk zijn, een krant is duur, behoorlijk duur.
Dus lees ik alles op internet en dat terwijl ook ik al tot de oudere garde behoor. Hoe zit het dan wel niet met de huidige generatie? Zij zullen nog veel minder de krant lezen, waarschijnlijk helemaal niet. Hoe lang ligt hij dus nog in de Kiosk, supermarkt of boekenwinkel? Ik vrees geen jaren meer. Zei ik vrees? Ja vrees, want ondanks dat ik niet geabonneerd ben op een krant vind ik dat de krant erbij hoort. Net als dat ik vind dat er papieren boeken moeten blijven al heb ik daarnaast ook een e-reader.

Lezen op papier heeft een andere dimensie. De geur, het gevoel dat je ervaart als je een bladzijde omslaat, het is met niets te vergelijken.
Dus wat mij betreft stellen we de sterfdag van de krant voorlopig nog even uit.

Het nieuwe (oude) reizen

Gepubliceerd op 4 juli 2021 om 13:10

Het milieu. We zijn er maar druk mee. Zonnepanelen, minder Co2 uitstoot, kleinere veestapel. Corona leek ons een beetje te helpen. De lucht werd schoner en in plaats van naar Dubai te vliegen deelden we kennis en info via Teams, thuis aan bureau of keukentafel. En waarom ook niet, wat is het verschil? Hoewel er vast een groep mensen stiekem de reisjes zal missen, geloof ik wel dat zakelijk reizen een stuk minder plaats zal vinden in de toekomst, maar of we privé ons reisgedrag blijvend veranderen, vraag ik me af. 

Eerlijkheidshalve moet ik bekennen dat mijn bedrage aan het milieu ook niet om over naar huis te schrijven is. Ik doe bijvoorbeeld vrijwel niet aan afval scheiden. Verder dan papier en glas kom ik niet. De rest gaat bij mij allemaal in één bak. En ik pak nog te vaak de auto in plaats van de fiets.
Maar ik doe in ieder geval niet alsof.
Nu schaar ik mezelf niet onder de hoogopgeleiden maar uit onderzoek is gebleken dat ook zij zich toch nog vaak schuldig maken aan klimaat onvriendelijk gedrag, terwijl juist zij het zijn die er het hoogste woord over hebben. Deze hoogopgeleide mannen en vrouwen douchen langer en vliegen vaker dan hun laagopgeleide medemens. Neem onze Sigrid. Naar een overleg in Luxemburg lijkt de auto of de trein toch de meest voor de hand liggende manier van vervoer, maar mevrouw Kaag kiest, ondanks waar haar partij voor staat, het vliegtuig. 

Ik kan er niets aan doen maar ik vermaak me kostelijk als ik mensen hoor praten over hoe goed zij bezig zijn met het milieu. Mensen die milieuvriendelijke  waterflessen promoten en vervolgens met diezelfde waterfles in hun rugzak het vliegtuig in stappen om aan de andere kant van de aardbol cultuur te snuiven.
Gisteren, tijdens het nuttigen van mijn beschuitje, keek ik  ‘Andere tijden’ waarin de trein als vervoermiddel in Europa sinds de jaren 50 werd belicht. De eerste auto trein vertrok in 1960 vanaf Amsterdam, hoewel toen totaal niet actueel, een milieuvriendelijke manier van reizen. Helaas, zeker toen, niet voor iedereen weggelegd, je gezin en je auto vervoeren op de trein naar de Cote d’Azur was niet goedkoop.  Interrail daarentegen was voor de meeste jongeren wel weggelegd. Het was bedoeld voor jongeren tussen de 17 en 26 jaar, zo ongeveer de groep die nu met die milieuvriendelijke waterfles de halve wereld over vliegt. Eigenlijk is er in beleving weinig verschil. De jongeren van toen die met de trein, voor rond de 400 gulden, onbeperkt door Europa trokken wilden hetzelfde als de jongeren van nu die richting Bali vliegen: Rugtas, cultuur snuiven, nieuwe mensen ontmoeten en een gevoel aan vrijheid ervaren.
En toch voelt het blijkbaar anders. 
Ook ik heb, weliswaar niet als jongere, de halve wereld over gevlogen omdat het zo mooi is in Amerika, Canada, Nieuw Zeeland… 

Afgelopen jaar hebben we met zijn allen ontdekt hoe mooi Nederland is. Voor jongeren die het gevoel van vrijheid willen beleven is het misschien opnieuw tijd voor Interrail. De prijs is , als je de euro als gulden ziet, in al die jaren niet eens heel veel veranderd. Een maand onbeperkt door Europa reizen:
Toen ƒ 420 gulden, nu € 503,00