Vergissinkjes

Mijn vader is onlangs overleden en zoals de meesten van jullie weten, had hij Alzheimer. Mijn moeder heeft weliswaar geen Alzheimer, maar vergeet tegenwoordig steeds vaker wat. Vorige week vroeg ik haar of ze het berichtje van m’n schoonzus nog had gehad, zegt ze tegen me:
‘Ja, maar dat heb ik je niet verteld, want ik snap er niets van, het is niets voor haar om zo’n vreemd en onduidelijk bericht te sturen. Ze zegt dat het goed met haar gaat en dat ze blij is voor hem. Raar toch?
Ik pak haar telefoon en kijk in haar berichten. ‘Mam, dat heb jij geschreven, als antwoord op haar bericht.’ Ze weet het zich echt niet meer te herinneren. Het bericht niet en ook niet haar eigen antwoord, wat overigens niet eens verstuurd was, het stond als concept. Zulke vergissinkjes komen geregeld voor en we hebben er samen de grootste lol om. Mijn moeder is altijd positief en heel realistisch, gelukkig maakt ze zich dus om zulke dingen niet zo druk. Maar toch, ik ken mijn moeder niet zo. Hoewel ze als vrouw van rond de vijftig de bijnaam ‘dommeltje’ kreeg, ken ik haar als een pittige en pientere vrouw. Die naam, ‘dommeltje’, werd haar voor het eerst toebedeeld tijdens één van onze reizen door de States. Pittig en pienter, behalve op vakantie. Dan was ze altijd anders, leek het of ze haar verstand thuis liet en geen zin had om waar dan ook over na te denken. Dat liet ze aan ons. Ze vergat dan van alles, wat regelmatig tot grappige situaties leidde. Maar buiten haar bijnaam en het feit dat ze dit jaar tachtig wordt, waren de afgelopen twee, drie jaar best zwaar voor haar. Als er wat meer rust komt, krijgt misschien ook haar hoofd meer rust, waardoor er vast wel weer wat meer in kan worden opgeslagen. Op het moment vraagt ze zich bijna dagelijks af wat ze toch zonder mij zou moeten. Al die instanties die wat willen van je en al die formulieren die moeten worden ingevuld. En dan moet alles ook nog eens via ‘dat ding’, zoals mijn laptop en telefoon oneerbiedig door haar worden genoemd.

Zondag heb ik met haar de bedankkaartjes geschreven. Terwijl ik rustig aan tafel de enveloppen schrijf, hoor ik haar zeggen:
“Nou ja zeg, wat raar, dit kaartje past helemaal niet in de bijgeleverde envelop.’
Ik kijk op en zie mams met haar brilletje op haar neus verbaasd kijken. Als ik in een onbedaarlijke lach schiet, kijkt ze me beteuterd aan. Ik zeg: ‘Wat doe je nou?
‘Ik probeer dat kaartje er in te doen natuurlijk, een envelop zonder bedankkaartje schiet natuurlijk niet op.’
‘Mam, dat is toch geen bedankkaartje wat je in die envelop probeert te proppen? Het is de kaart die je ontvangen hebt van degene die je nu een bedankkaartje wilt sturen.’
Weer kijkt ze me aan alsof ik degene ben die het niet begrijpt. Dan kijkt ze nog een keer naar het kaartje en het kwartje valt. ‘Oh lieverd, wat ben ik dom.’ Ze kijkt me aan en we gieren het uit. Ze pakt de paar enveloppen waar ze de ontvangen kaartjes al ingestopt heeft, haalt ze eruit en doet de bedankkaartjes er voor in de plaats in.
‘Erg he, weer zo’n stom vergissinkje! Ik word oud.’

Bijna alle paperassen en instanties hebben mij bereikt en ik hen. De laatste kaartjes verstuurd, de notaris bezocht. Gisteren zag ik op het nieuws dat er weer volop wordt getrouwd in Nederland. De ‘weddingplanners’ kunnen het niet aan. ‘Weddingplanners, ik word ook oud. Dat soort bedrijven had je vroeger niet. Trouwen is net als overlijden, een commerciële business geworden. Kisten van een paar honderd tot duizenden euro’s. Bloemen: ik zag rouwstukken voorbij komen in het boek van rond de vijfhonderd euro. En ook een paar honderd euro voor een urn is normaal. Mijn moeder laat de keus aan mij. Zelf heeft ze een mooie foto staan met een bosje rozen en een kaarsje ernaast, een urn in een urnenwand hoeft voor haar niet. Ik heb ook liever een gedenkplekje thuis en heb daarom een kleine ‘antiek’ zilveren urn gekocht, waar een deel van de as in gaat. Deze laten vullen kost overigens ook vijfendertig euro, een breekbare urn zou voor vijftig euro worden gevuld. De rest van de as laten we uitstrooien op de begraafplaats. Kosten: vijftig euro, maar dan mag je er niet bij zijn. Nu zijn wij van het nuchtere, maar om die man nou gewoon met een stel anderen uit zijn strooikoker te knikkeren, vind ik niet goed voelen, lijkt zelfs respectloos, dus wij gaan uiteraard mee. Dan verandert die vijftig euro in eens in honderdtwintig euro.
Ik begrijp dat ook uitvaartbedrijven en crematoria gewoon bedrijven zijn, toch voelt het een beetje vreemd: overlijden als een product. De mogelijkheden zijn plenty en de mensen verwachten dat ook, dus de prijzen passen zich daarop aan.
Ieder zijn ding.

Het meeste hebben we geregeld, nu de belasting nog, niet commercieel, maar ook hun prijs is hoog.
Hoewel we samen de grootste lol hebben om haar vergissinkjes, denk ik dat als alles afgehandeld is en het rustiger wordt, het misschien ook wat rustiger wordt in mijn moeders hoofd. Lachen doen we samen toch wel, met of zonder vergissinkjes.

Corona even in de wacht

Corona lijkt even niet belangrijk is. Het staat in ieder geval deze week in de schaduw van ‘The Voice’. Angela de Jong draait overuren. Als ik s ochtends bij mijn ontbijtje de tv aanzet hoor ik haar stem, die ik overigens nogal indringend vind, maar dat terzijde. Ook s avonds kan ik niet om haar stem en haar gezicht heen. In VI vandaag zegt Johan Derksen: laten we eerst eens afwachten, er wordt te veel gespeculeerd. Hij heeft gelijk, maar hallo Johan, wat doen jullie de hele week, iedere avond?
Iedereen in Nederland heeft op dit moment zijn mening hierover. We hebben onze eigen Harvey Weinstein. Ook ik kijk, luister en ventileer vanaf mijn luie bank mijn mening.
Seksuele intimidatie. Wat is dat nu precies? Als ik het opzoek lees ik: seksueel getint gedrag dat door de persoon aan wie het is gericht als ongewenst wordt ervaren. Dit gebeurt bijvoorbeeld door seksueel getinte opmerkingen, seksuele gebaren of lichamelijke betasting. Is het die hand op je bil, een arm om je schouder, een opmerking die eigenlijk net niet kan? Maakt het uit wie het zegt en op welk moment? En wanneer spreken we van aanranding? De grenzen zijn moeilijk te stellen blijkbaar. Wat de een nog prima vindt, is voor de ander een stap te ver. Hoewel de ene vrouw mondiger is dan de andere, maakt dat nog niet dat het gedrag als oké wordt gezien door die vrouwen die niet zo mondig zijn. Maar hoe weet die man, die zijn hand op de bil van een vrouw legt, dat? Misschien moeten mannen eens proberen gewoon helemaal niet zomaar aan een vrouw te zitten of dubbelzinnige, zogenaamd grappige, opmerkingen te maken. Maar ik zie dat gedrag nog niet zo snel veranderen. Ook nu in 2022, ruim vier jaar na de start van MeToo, is er blijkbaar nog niet veel veranderd.

Ik heb te doen met de jonge vrouwen die hun mond niet durfden open te doen, bang niet serieus genomen te worden. Daarbij wisten ze uiteraard dat hun startende carrière al over zou zijn voordat hij begonnen was. Gebruik maken van het feit dat iemand geen weerstand zal bieden, omdat hij of zij zo hard geknokt heeft om te komen waar hij of zij nu staat, en dat uiteraard niet wil verliezen, is ronduit walgelijk. Machtsmisbruik is in ieder vorm verwerpelijk.
Ik lees in de Volkskrant dat de dames een contract hebben getekend waarin ‘zwijgplicht’ opgenomen is. Wie zijn ervaringen bespreekt met ‘derden’ loopt het risico een boete opgelegd te krijgen van €10.000. Een boete die met €2.500 per dag zou kunnen worden verhoogd. De krant schijnt zo’n contract in handen te hebben en volgens mij is de Volkskrant een betrouwbare bron dus ik speculeer nu even niet. Toch? Ik vraag mij wel af: betekent zo’n contract misschien dat het allemaal bekend was en dat daarom die clausule opgenomen is? Want waarom zou je dat doen? Wat heb je te verbergen? Vragen, vragen, vragen.
Voorlopig staat het onderwerp ook na vandaag denk ik nog wel even op de agenda van de talkshows. Corona moet nog even wachten.

De hippe slip

Wij hebben onder het eten vaak de tv aan staan. Kijken doen we niet, we luisteren soms en discussiëren dan over het nieuws. Tussen het nieuws door zie ik beelden van zielige dieren of van arme kinderen in landen waar honger en oorlog is. Genietend van de overheerlijke pasta op mijn bord, geeft het me toch een soort van schuldgevoel. Alsof stoppen met genieten van mijn pasta deze kinderen zou helpen. Naast deze beelden is er uiteraard reclame, ter ergernis van mijn vriend. De reclame lijkt, op dit tijdstip, vrijwel altijd te gaan over incontinentie, vaginale klachten en menstruatie. ‘Moet dat nou onder het eten?’ is ieder keer weer de opmerking die mijn vriend maakt, terwijl zijn vork vlak voor zijn mond blijft hangen.

Tampons schijnen al een tijdje ‘uit’ te zijn. Daarvoor in de plaats is de menstruatiecup gekomen. Ik had werkelijk geen idee. Ik word in maart zevenenvijftig en van menstruatie heb ik gelukkig al geruime tijd geen last meer. Ik kan het me zelfs niet eens meer herinneren. Maar toch, ondanks dat ik het zelf niet nodig heb, was mijn interesse gewekt. Die van mijn vriend niet, zijn vork bleef weer geïrriteerd voor zijn lippen hangen. Ik rolde vrolijk mijn pasta rond mijn vork en bleef luisteren, ik weet het, niet gezellig, maar dat moest dan maar voor een keer. Ik wilde bij blijven en hier meer van weten.
Die cups zijn siliconen mini bakjes, die het menstruatiebloed moeten opvangen. Het cupje vouw je dubbel en plaats je in je vagina. Tot zover simpel. Maar wat mij verbaasde, is dat het touwtje, zoals bij de tampon, ontbreekt. Hoe krijg je dat ding in godsnaam er weer uit. Dat schijnt nogal simpel te zijn volgens het artikel dat ik die avond erover opzocht. En mocht hij toch hoger gaan zitten, raak dan vooral niet in paniek, las ik. Nergens voor nodig, gewoon rustig op je hurken gaan zitten of even wat anders doen zodat je afgeleid bent, dan lukt het zeker. Jaja, het zal best, maar ik ben toch blij dat wij een touwtje hadden, ik weet nog dat ik altijd bang was dat hij brak. De cup, als het je al lukt hem zonder stress te verwijderen, leeg je vervolgens boven het toilet. Sorry, maar volgens mij gaat alles onder zitten, althans, ik zou knoeien, dat weet ik zeker. Niks voor mij. Maar ik zou een alternatief hebben, er bestaat sinds enige tijd ook een hele hippe slip: de menstruatieslip. Een slip, boxer en ja zelfs een string met ingebouwd maandverband. Mijn vriend at zijn bord die avond helaas niet leeg, ik nam het hem niet kwalijk.

Ik hoor het mijn moeder nog zeggen: ‘Kind wat is er toch veel verbeterd. Jouw oma moest ‘de lappen’ zoals die dingen genoemd werden, uitwassen. Geen fris klusje. Tegenwoordig hebben wij het met tampons en wegwerpmaandverband een stuk makkelijker.’ Ik keek verder naar het programma over de hippe slip. Ik nam nog een hap, mij niets aantrekkend van de voorbeelden van doorlekkend maandverband. Er werden twee grote voordelen genoemd: het milieu en je eigen portemonnee. De eerst is mooi, hoewel ik een beetje twijfel of het echt zoveel beter is voor het milieu. Je zult namelijk of iedere dag moeten wassen, wat juist niet goed is voor het milieu, of een hele stapel van deze slips moeten aanschaffen. Dat laatste is dan misschien beter voor het milieu, het tweede voordeel wordt er toch echt mee tenietgedaan. De broekjes die getoond werden waren namelijk dertig euro per stuk. Ze schijnen wel meer absorptie vermogen te hebben dan wegwerpmaandverband, maar toch, vier per etmaal lijkt me minimaal. Bij één keer per week wassen, zou dat, bij een gemiddelde menstruatie van vijf dagen, een investering van zeshonderd euro aan slips betekenen. Ik ga er even vanuit dat die hippe slips twee jaar meegaan. Dat betekent dus driehonderd euro per jaar. Bij een gemiddelde menstruatie en een gemiddelde prijs voor maandverband kom je, heb ik even opgezocht, uit op tien euro per maand, honderdtwintig euro per jaar…en dan hoef je niet te wassen en te spoelen. Ik zou het wel weten als ik de menopauze nog niet gehad zou hebben. Uiteraard ben ik geen expert en zou het best zo kunnen zijn dat het uiteindelijk voor het milieu beter is, ongeacht het feit dat je meer moet wassen. Ik heb namelijk geen idee hoe belastend het weggooien van maandverband en tampons is en hoe het met het recyclen ervan zit. Misschien een idee voor een programma rond etenstijd. Ik kan alleen niet beloven dat ik kijk. Deze hippe slip onder het eten was wel weer even genoeg, zeker voor mijn vriend…

Een nieuw jaar: hoop doet leven

Ieder jaar als ik de kerstboom opruim samen met mijn vriend denk ik stilletjes terug aan het jaar dat achter me ligt en aan hoe het leven er zal uitzien als ik hem weer optuig, de kerstboom wel te verstaan. Een nieuw jaar: hoop doet leven.
Ik houd mezelf altijd voor dat we hier niet mogen mopperen, dat we leven in een vrij land. Oké, we hebben lang op een nieuwe regering moeten wachten en of dat, nu die er is, ook maar iets voor ons zal veranderen, valt nog te bezien. En ja, we zitten opgescheept met een virus, maar dat hebben zij, in Afghanistan en Afrika, naast onderdrukking, honger en oorlog ook. Toch voelen we ons niet vrij, we associëren vrijheid met winkelen, naar de kroeg, theater en museum gaan. Ik ben veel minder dan vroeger een uitgaander en aan winkelen heb ik een bloedhekel. Voor mij betekent dit virus angst: ik wil niet ziek worden en wil al helemaal niet dat ik mijn moeder besmet. Die angst voelt voor mij als vrijheidsbeperking. Onbezorgd op de bank ploffen naast een vriend of vriendin, ik doe het niet. Een vakantie boeken, ik wacht nog maar even. Mijn moeder een knuffel geven, ik kijk wel uit.
Ik zie ondernemers de wanhoop nabij zijn, omdat zij geen omzet draaien en van hun pensioenpot moeten leven. Jongeren voor wie vrijheid wel om uitgaan draait maar dat niet kunnen. Ouderen die door angst voor het virus zich beperkt voelen te gaan en staan waar ze willen, die vanwege die angst hun kleinkinderen niet durven knuffelen. En zorgpersoneel dat omvalt als de dominosteentjes in Domino Day, dat in 2020 uitgesteld werd vanwege corona. Dus ondanks dat we niet mogen mopperen als we ons leven vergelijken met dat van zovelen anderen, begrijp ik het wel. Volgend jaar wordt beter. Hoop doet leven. We kijken allemaal uit naar een leven waarin corona minder druk legt op ons en onze samenleving. Een jaar waarin al die mensen die door onze vorige regering tekort zijn gedaan, echt gecompenseerd worden. Een toekomst waarin we vooruitgaan in plaats van stil staan, of erger nog, achteruit gaan. Voor mij persoonlijk hoop ik op een jaar waarin er nu eens niemand in mijn naaste omgeving sterft. Waarin ik mijn angst voor dat idiote virus weer wat kan loslaten en een jaar waarin ik, na te lang hebben gewerkt met tegenzin, kan doen waar ik vrolijk van word: schrijven. 

Een nieuw jaar. Mijn cursus journalistiek heb ik na het overlijden van mijn vader inmiddels weer opgepakt, mijn eerste huiswerk is ingeleverd. Mijn derde boek is in de maak. Ik zit in de zogenaamde research fase. Met kerst lagen er voor mij twee cadeautjes onder de boom. Het waren, het zal je niet verbazen, boeken. ‘Hakken in het zand’ waarin schrijfster Annemarie van Geel op zoek gaat naar de verhalen van Saoedische vrouwen, over hoe zij hun leven vormgeven en over de heersende kloof tussen man en vrouw. Zij is arabist, antropoloog en Saoedi Arabië deskundige. Voor haar wetenschappelijk promotieonderzoek, waarvoor zij honderden Saoedisch Arabische vrouwen interviewde, won zij in 2019 de Dissertatieprijs van de stichting Erasmusprijs. Eén van mijn hoofdpersonages in mijn derde roman verhuist naar Saoedi Arabië. Buiten dat het mij een reuze interessant boek lijkt, ook een beetje ‘verplichte’ kost dus. Het tweede boek: ‘Creatief schrijven’ van Roy Ishak zal mij hopelijk inzicht geven in de geheimen van copywriters.

Er liggen dus weer boeken te wachten om gelezen te worden. Toch begin ik er nog niet aan. Ik heb mezelf voorgenomen niet meer alles door elkaar te lezen. Misschien herkent iemand het, je komt niet lekker in het verhaal, in geen van de verhalen. Een boek dringt veel beter tot me door als ik niet tussendoor lees in een ander boek. Dus moeten de vrouwen in Saoedi Arabië en de tips van Roy Ishak nog even wachten en duik ik iedere avond in de Amerikaanse politiek van Obama, ‘Een Beloofd land’. Een boek dat je een kijkje achter de schermen van de Amerikaanse politiek geeft en daarnaast een beeld van het leven van een man die ik gedurende het lezen steeds sympathieker ben gaan vinden. Eén boek tegelijk: het bevalt me veel beter. Ik ben geen multitasker, hoewel keuzes maken ook niet mijn sterkste kant was, gaat dat steeds beter. Nee zeggen heeft prioriteit gekregen bij het prioriteren. Het gaat allemaal lukken dit jaar. Hoop doet leven. Ik heb nooit goede voornemens, maar het lijkt of ik er stiekem toch een paar heb genoemd, alleen zie ik ze niet als voornemens. Ik zie het als aardig zijn voor mezelf en dat is wel een voornemen. Toch eentje dus dit jaar!

Het ga je goed❤️

Er heerst rust in mijn vaders kamer. Geen benauwdheid, geen pijn, geen angst. Of zoals de verpleging en de artsen in zo’n geval zeggen: meneer is comfortabel.
Als ik aan comfortabel denk, gaan er andere beelden door mij hoofd. Het woord heeft ineens een heel andere betekenis gekregen. Mijn vader slaapt, een slaap die spoedig over zal gaan in eeuwig slapen. Ik gun hem deze rust. De laatste weken gleed hij langzaam af naar een andere wereld. Hij was moe, kon steeds minder. Zijn verkoudheid versnelde zijn achteruitgang. Ik zit en luister naar zijn ademhaling. Af en toe aai ik hem over zijn bol. Ik loop naar de verpleging en maak een praatje. De liefde van deze mensen voor hun werk en voor hun patiënten, ontroert me. Niemand zou beter voor mijn vader hebben kunnen zorgen in dit laatste jaar van zijn leven dan zij. Ondanks alles zag ik hem soms genieten van de feestjes die ze met elkaar hadden en zag ik hem blij zijn met de zorg en liefdevolle aandacht die hij kreeg. Genoot hij van z’n laatste zomer in de tuin van het huis. Dit verzorgingshuis voelt als thuis.

Ik heb een hoop geleerd over leven en dood dit jaar. Over Alzheimer en ouder worden. Maar bovenal hoe belangrijk het is bewust te leven. Oké, eerlijk is eerlijk, ik weet ook best dat het niet altijd lukt, en ook ik over een tijdje weer zal mopperen over kleine onbenullige dingen. Dingen die er eigenlijk niet toe doen. Toch heeft deze periode me bewuster gemaakt. Ik realiseer me wat echt belangrijk is in het leven. Doen waar je gelukkig van wordt. De mensen om wie je geeft, dat laten voelen. Ik heb geweldige herinneringen aan en mooie tijden gehad met de oude man. Samen gereisd, gelachen, soms ook gehuild. Er waren tijden dat ik hem achter het behang had willen plakken, maar ik hield van hem en weten dat hij dat wist, voelt goed.

Toen ik ging samen wonen hadden wij in onze eerste flat in plaats van een bed, een bar in de logeerkamer staan. We hadden een kroeg aan huis en de vrijdagmiddagborrel bij ons was berucht. Mijn vader ontbrak zelden die middagen. Dit laatste jaar dronken we weer iedere vrijdagmiddag, in het restaurant van ‘de Molenburg’, een drankje. Hij uiteraard een flesje bier en ik een glas wijn. We hadden het samen over vroeger, hij genoot en ik genoot mee. Dat zal nooit meer gebeuren, maar de herinnering eraan laat ik nooit meer los. Vele vrienden gingen je al voor, dus je bent niet alleen. Ik hoop dat je samen met hen, net als wij hier, herinneringen ophaalt aan een mooi leven. Ooit drinken we weer samen een biertje. Het ga je goed paps❤️