Klussen en (schrijven over) Alzheimer

Gepubliceerd op 23 januari 2021 om 14:15

En toen was het zover. Alles ging in ene heel snel. In tijd van zes dagen moesten we alles regelen en in corona tijd als alle winkels dicht zijn en online winkels niet altijd direct kunnen leveren, is dat best een uitdaging. Als eerste ging ik op zoek naar een kleine eettafel voor mijn vader die ging verhuizen naar het verzorgingstehuis. 

Mijn vader was boos, hij wilde niet, hij vond het onnodig allemaal. Hij kon prima thuis blijven. Een boosheid die ook voortkwam uit angst. Want hij vond dan wel dat het mijn moeder haar schuld was dat hij moest verhuizen, hij was als de dood dat hij zonder haar moest, ik wist dat, hoewel hij het niet zei. Hij was bang dat hij met vreemde mensen moest samenleven en eten. Ik had hem al meerdere keren uitgelegd dat hij een eigen kamer kreeg. Dit in tegenstelling tot mijn oma, zijn moeder, die in de jaren negentig een slaapkamer moest delen met drie andere bewoners. Het arme mens kon niet slapen van het gesnurkt van haar kamergenoten. Gevangenen hebben een eigen cel, maar mijn oma, die het wetboek niet had overtreden, die alleen helaas niet meer in staat was om voor zichzelf te zorgen, had niets meer voor haarzelf, geen enkele privacy. Als zij s avonds in de gezamenlijke huiskamer zat, moest zij verplicht meegenieten van ‘Goede tijden’ iets waar zij helemaal niet van hield. Maar wat voor keus had ze, het was dat of na het eten naar bed. Het was de schrik van mijn vader, en iemand met Alzheimer onthoudt veel uit het verleden, maar onthoudt niet dat jij al ontelbare keren uitgelegd hebt dat het tegenwoordig gelukkig anders is. Dat hij een eigen kamer en een eigen tv krijgt. Ondanks de eigen kamer is het niet makkelijk voor hem. Van zijn boosheid merk ik niets meer, daarvoor in de plaats zie ik alleen verdriet. Hij mist zijn huis. Toch zie ik ook dat hij zich vermaakt met zijn medebewoners en zie ik dat hij in de gezamenlijke kamer eet in plaats van aan z’n eigen eettafel. 

Ik ging dus online op zoek naar een eettafel met twee stoelen, zodat hij op z’n eigen kamer kon eten. Ik had ze binnen drie dagen in huis. Veel schroeven zaten er in het zakje, en als ervaren klusser heeft mijn vriend een schroefboormachine met een accu die helaas niet meer op te laden is. Met de hand dus. Inmiddels waren ook het tv-meubel en de sta-op stoel gearriveerd. Eerst een schroefboormachine regelen.        
Het tv meubel was Vincenzo z’n volgende project, dit keer met een geleende schroef boormachine. Enzo is heel geduldig, heel creatief, maar geen klusser. Een van de plankjes zit verkeerd om, maar een kniesoor die daar oplet, het deurtje zit precies voor dat plankje dus niemand die het ziet.
Ik was trots op mijn klusser.
De stoel was een ander verhaal. Als er geen corona was geweest had ik naar een winkel gegaan en de stoel gemonteerd laten bezorgen, maar er is wel corona en ik had niet veel keus, wilde ik er voor zorgen dat mijn vader niet zes weken op zijn stoel moest wachten. Dus ik nam de gok, mijn klusser zou dat wel redden. Maar nadat we hem uitgepakt hadden keek hij naar de hele stapel onderdelen en schudde zijn hoofd:  ‘Daar ga ik me niet aan wagen.’
Bij de facilitaire dienst van het verzorgingshuis werken Bill en Jos. Ze begrepen ons klus probleem en namen de stoel mee naar de werkplaats.
Ze zijn mijn helden.
M’n vader kan straks als hij wil vanuit zijn eigen gemakkelijke stoel, op zijn eigen kamer, naar zijn eigen tv kijken. Maar het zou me niet verbazen als hij toch weer in de gezamenlijke woonkamer, zijn grote angst, tv gaat kijken en gezellig een praatje maakt met zijn medebewoners. Het tafeltje dat door mijn eigen klusser met kramp in zijn handen voor hem in elkaar geschroefd is, heeft een mooi plekje voor het raam om er de krant aan te lezen of samen met mij van een kop koffie te genieten. Of hij er ooit aan eet, betwijfel ik. Ik hoop het eerlijk gezegd ook niet, ik hoop werkelijk dat hij zich thuis gaat voelen. 
Morgen ga ik weer langs, ik ben benieuwd hoe zijn stoel zit.

Over Alzheimer is al zoveel geschreven, toch merk je pas hoe lastig en ingrijpend het is als je er zelf voor komt te staan. Hoe moeilijk het is iemand verdrietig te zien omdat hij niet meer naar huis kan en voornamelijk omdat hij niet begrijpt waarom. Hem te zien worstelen en vechten tegen het steeds meer krimpende brein, een gevecht dat je niet kunt winnen. Te zien hoe mensen na 60 jaar lief en leed gescheiden worden van elkaar. Voor mij voelt het als een soort afscheid, een afscheid van de vader waar ik van hou, waar ik goede en slechte tijden mee meegemaakt heb. Waar ik nog steeds van hou, maar waar ik met stapjes afscheid van moet gaan nemen.

Soms denk ik, zal ik…maar een boek over Alzheimer schrijven is zo anders dan een roman uit je toetsenbord laten ontstaan…
Ik schrijf dus toch eerst verder aan mijn tweede roman. Omdat ik dat nu nodig heb. Het zorgt ervoor dat mijn glas, dat net weer redelijk vol begint te raken, dat ook blijft. Ik ga zo even van de zon buiten genieten. Vanavond zit heel Nederland thuis. Het is een rare tijd. Ik verlang naar de zomer. Ik hoop dat niet alleen m’n ouders maar ook ik m’n draai dan weer gevonden zal hebben. In ander werk of wie weet in het schrijven. Geen idee. Ik moet me nog steeds verdiepen in het plakbandpensioen, het boek heb ik nog niet aangeschaft.

Excuus Gerhard…;-)

Stress…corona…schrijven als medicijn

Gepubliceerd op 19 december 2020 om 10:09

Het schrijven heeft me de afgelopen tijd geholpen, het verzet mijn gedachten en piekeren was de afgelopen maanden een favoriete bezigheid van me. Net als angstig denken dat ik de genen van mijn vader heb, omdat het leek of ik dement aan het worden was. Vergeten, werkelijk alles. Maar heel langzaam wordt het minder. Net als de lichamelijke ongemakken. Iedereen die een burn-out heeft gehad of overspannen is geweest zal klachten als hartkloppingen, maagklachten, onrust en moeheid herkennen. Ik zou er nog wel meer kunnen noemen. Het vervelende is dat die klachten weer zorgen voor angst, die angst weer voor stress en zo blijf je dus in een cirkeltje ronddraaien.

Doorgaan met iets waar je geen energie meer van krijgt zonder dat te willen erkennen, zorgt voor spanning. Als je dat maar lang genoeg doet, raak je overspannen. Het is net een huwelijk dat langzaam afbrokkelt. Je ziet het niet of wilt het niet zien, of je denkt dat het nog wel goed zit en tegen de tijd dat je je realiseert dat dat al jaren niet meer het geval is, is het te laat. Zo is het ook met een baan die je al een tijdje niet meer gelukkig maakt. Als je het eerder zou opmerken, raak je waarschijnlijk niet overspannen. Maar oké als het zo simpel was zou niemand meer overspannen raken. Blijkbaar ligt het toch iets gecompliceerder.

Nu is deze tijd ook geen tijd die zorgt dat je rustig wordt. Dit is juist een tijd waarin veel mensen overspannen raken. Corona, het houdt ons allemaal bezig, op wat voor manier dan ook. Sommige mensen omdat ze angstig zijn ziek te worden, zelf of anders een kwetsbare dierbare. Mensen die zich eenzaam voelen. Mensen die een dierbare verloren hebben direct of indirect door corona. Mensen die hun baan of hun bedrijf verliezen. Mensen in de zorg en in de supermarkten, die op hun tenen lopen. Het is allemaal vreselijk. Wat ik alleen niet zo goed begrijp is dat gezeur over niet op vakantie kunnen gaan, feestjes missen. Zijn we zo verwend allemaal dat we niet een jaartje zonder kunnen? Ik vind dat toch wel verontrustend. En dan al die rijen voor winkels terwijl het toch echt 2020 is en vrijwel alles online te verkrijgen is. Ik begrijp er niets van. Ieder jaar hoor ik mensen mopperen en klagen, ik lees het in bladen, de familie verplichtingen met de feestdagen, ze zijn ons soms behoorlijk tot last. En nu we er zo makkelijk onderuit kunnen is het toch zo jammer. Apart.

In ieder geval hebben we geen stress over grote hoeveelheden boodschappen en ingewikkeld in elkaar te draaien kerstdiners;-)

Maar terugkomend op een baan waar je geen energie meer uit haalt. Dat toegeven aan jezelf en aan je werkgever is best eng. Zeker voor iemand die overal controle over wil hebben, die houdt van zekerheid en vasthoudt aan al het vertrouwde dat zij in haar leven heeft. Maar juist in deze tijd besef je dat je gezondheid voor gaat en als iets niet meer past lukt het niet altijd het passend te maken.

Ik begon over de rust die schrijven me de laatste maanden heeft gegeven. Schrijven is voor mij een soort medicijn geweest. Eentje waar ik verslaafd aan ben geraakt. Maar van schrijven kan je niet leven, tenzij je echt bekend bent, maar dat ben ik niet. En ja, ik hoor het sommige mensen zeggen, dat kan je worden, het begin is er, je eerste roman is bij alle boekhandels te koop. Wie kan dat zeggen? Maar ondanks dat is het niet realistisch, dus mijn zoektocht naar iets anders houdt me bezig. Misschien moet ik me niet zo druk maken en denken, ach ik vind vast wel wat, en zo niet, dan ga ik vervroegd met pensioen, misschien zo gek nog niet;-) 
Over dat onderwerp is genoeg geschreven, volgende week een boekentip…

Show don’t tell

Gepubliceerd op 10 december 2020 om 17:18

Twee jaar geleden ben ik aan mijn eerste roman begonnen. Schrijven geeft me een onbeschrijfelijk goed gevoel. Jaren schreef ik op reis over mijn belevenissen. Het schrijven van een roman leek me onbereikbaar, iets dat me nooit zou lukken. Tot die ene dag, nadat ik een documentaire zag over Venetië. De sfeer in de documentaire zorgde dat ik de volgende dag de eerste regels van mijn roman schreef. Het creëren van personages, het bedenken van een verhaal, ik vind het een heerlijke bezigheid. Een writer’s block leek me heel vervelend. Schrijvers die bijna depressief en agressief worden omdat ze niets op papier krijgen. Dat leek me minder prettig, het schrijven moet voor mij juist ontspanning zijn. Inmiddels is mijn ervaring dat je er als hobbyist minder door geplaagd wordt. Als ik geen inspiratie heb, schrijf ik gewoon niet, op die manier heb ik er ook geen last van;-) Maar goed, ik heb dan wel een uitgever maar geen contract dat mij verplicht binnen een jaar een nieuw manuscript af te hebben. Heb je dat wel, dan kan ik me voorstellen dat die druk voor stress zorgt en dat is niet goed voor je inspiratie.

Inmiddels ben ik begonnen aan mijn 2e roman. Dit keer wordt het een iets spannender boek en neem ik de feedback die ik krijg over mijn eerste roman mee. Ik hoor meestal dat het een mooi verhaal is dat lekker leest. Dat was gelukkig precies wat ik voor ogen had. Maar dat het verhaal wel wat langer had gemogen. Passages en gebeurtenissen mogen uitgebreider zodat je als lezer nog meer meegezogen wordt. ‘Schaduwfamilie’ leent zich, zoals een collega schrijfster tegen me zei, voor 100 pagina’s extra ontspanning en leesplezier.
Leren is leuk dus ik ben blij met zulke feedback. 

Het boek ‘Hoe schrijf je een bestseller’ van Maria Genova hielp me in het begin op weg. In haar boek zit een voucher voor een gratis workshop. Ik dacht, waarom niet. Het was nog pre-corona dus toen kon zo’n workshop nog. Daarna bleef ik met haar in contact en besloot mijn hele manuscript door haar te laten redigeren. Daar heb ik ontzettend veel van geleerd.
Maria hamerde op: show don’t tell. Wat grofweg inhoudt dat je niet simpelweg moet vertellen, maar de lezer het verhaal moet laten beleven. In een film is dat simpeler, dan zie je wat iemand meemaakt, voor een schrijver dus wat lastiger. Show don’t tell is een groot struikelblok voor veel beginnende schrijvers. Er werd dus geschrapt in mijn manuscript. Een troost, ik ben niet de enige, Maria staat bekend om haar strenge pen die schrapt en om haar opmerkingen in de kantlijn die je niet sparen. Maar wie wil leren moet dat voor lief nemen. ‘Schaduwfamilie’ is dus een stuk dunner geworden;-)
Nu, tijdens het schrijven van mijn 2e roman, denk ik nog vaak aan haar adviezen en ben daar nog steeds heel blij mee!
Ik heb geleerd, mijn 2e boek gaat dus dikker worden;-)

Uiteraard hoor ik graag jullie mening over Schaduwfamilie!
Je kan je reactie hieronder aan mij sturen.
En natuurlijk waardeer ik recensies op Bol.com of Hebban.nl….

De geboorte van mijn blog

Gepubliceerd op 3 december 2020 om 15:00

Ik heb al enige tijd deze website. Nadat mijn eerste roman steeds meer vorm kreeg moest ik natuurlijk wel zorgen dat mensen mijn boek online zouden kunnen vinden. Dus naast posten op Facebook en later op LinkedIn begon ik een website. Best lastig leek me dat. Vragen aan mijn vriend hoe ik dit moest aanvaren was natuurlijk het eerste dat ik deed, maar die zei doodleuk, gewoon proberen, dat kan jij best. En geheel zonder zijn hulp is het me gelukt. En mijn naam was ook nog gewoon beschikbaar. Ik dacht nog wel dat ik zo’n doorsnee naam had. Betalen doe ik er nog niet voor. Dat was me te gortig, een beginnend schrijver heeft alleen nog maar kosten. Eerst maar eens een euro verdienen. En trouwens ik ben eigenlijk best tevreden met deze website.
Dus foto’s er op, info over mijzelf, nieuwsberichten geplaatst en toen zag ik bij de pagina’s, ‘Blog’ staan en dacht, zal ik?

Ik vind schrijven leuk, dus waarom niet? Misschien zit er wel helemaal niemand op te wachten, maar dan nog, geen man over boord, ik krijg energie van schrijven, dus ik ga het gewoon doen. Een blog over het schrijversavontuur van een 50+ vrouw. Over 50+ vrouwen wordt al zoveel geschreven dat ik ook nog wel een duit in het zakje kan doen;-) Veel van deze verhalen en blogs gaan over de kinderen die de deur uit gaan waardoor vrouwen meer tijd voor zichzelf krijgen, zelfverzekerder worden en daarmee het leven blijkbaar leuker vinden. Nou daar gaat mijn blog niet over want ik heb geen kinderen en herken dan ook niet veel in de blogs en verhalen die ik weleens online lees daarover. Geen kinderen, geen oma, wel een leuke lieve vriend, een fotograaf.  Wat een leuk creatief stel zijn wij, dat moet toch een mooi begin van een blog zijn;-)