Vaderdag

Gepubliceerd op 24 juni 2021 om 15:19

‘Hoi Pap, gezellig hè, we zijn er vandaag samen, mam en ik. Het is Vaderdag.’
‘Oh meen je dat nou, dat wist ik niet. Maar wel leuk dat jullie samen zijn.’
We gaan met zijn drieën naar het restaurant, voor koffie met gebak.
‘Pap, waarom eet je het gebakje niet?’ 
‘Ik heb geen honger, ik heb vaak geen honger.’
‘Zal ik het in stukjes snijden voor je, dat is misschien makkelijker.’ 
Hij kijkt een moment vertwijfeld, ik zie dat hij het eigenlijk maar niks vindt, hij wil alles liever  zelf doen. Dan geeft hij zich over en laat mij zijn gebakje in hapklare brokjes snijden. Even later kijkt hij mijn moeder aan en zegt:
‘Schil voor mij vanavond maar één aardappel, meer hoef ik niet.’
Ik zie mijn moeder aarzelen. ‘Maar je eet toch helemaal niet…’  
Halverwege haar zin onderbreek ik haar en kijk haar veelbetekenend aan terwijl ik tegen mijn vader zeg: ‘Is goed hoor pap, ze schilt er maar eentje.’ 
Mijn moeder heeft het soms nog moeilijk, vindt het lastig, wil nog te vaak uitleggen en af en toe denkt ze dat hij haar, net als hij vroeger vaak deed, een beetje in de maling neemt. 
Soms lijkt het daar ook op, maar niets is minder waar.
Ik begin eraan te wennen dat ik niet alles moet willen uitleggen, dat ik beter mee kan gaan in zijn belevingswereld. Het zorgt er voor dat hij zich minder onzeker voelt. Uitleggen en weerleggen van wat hij zegt geeft onrust.
Ik snap het, mijn moeder snapt het, maar voor haar is het na bijna 60 jaar huwelijk zoveel moeilijker dan voor mij. 
Van partner naar kind is een verdomd lastig proces.
Langzaam vervaagt alles, langzaamaan krijgt hij steeds minder besef van de wereld om hem heen. Laatst vroeg hij of ik ook een kamer daar had.
Even was het stil toen zei hij: ‘Oh nee dat is ook zo, jij niet, maar je moeder wel.’
Ik knik en ontken het niet.
Op het terras beneden bij het restaurant, waar hij graag zit, zei ik: Het lijkt hier wel een beetje onze oude vakantie stek.’ 
Hij keek me blij aan, vond dat ook, sindsdien doen we samen een klein beetje of we op vakantie zijn.
Hij is blij met kleine dingen, dat ik langskom, onverwachts, dat ik de dokter voor hem zoek en haar vertel dat hij voortdurend pijn in zijn armen en rug heeft. Ik wil niet hij daar blij mee is, het maakt het bijzonder wat ik doe, terwijl dat het niet is. Vroeger zorgde hij voor mij, nu doe ik dat een klein beetje voor hem, echt wennen zal dat alleen nooit. 
De afhankelijkheid wordt groter, de wereld kleiner.
Langzaam zakt hij steeds meer weg in dat kleine wereldje van vergetelheid.
Er komt een moment dat hij niets meer kan, dat zijn wereld bestaat uit zijn kamer, dat er alleen nog maar vergetelheid is.  Die fase kan soms lang duren, ik gun het hem niet, gun hem dat hij die fase overslaat. 
Alzheimer is iedere keer weer afscheid nemen tot die ene allerlaatste keer. 
‘Wie zegt dat het leven altijd leuk is?’ roept mijn vriend al jaren. Zo simpel is het. Daarom geniet ik van alle dingen die wel mooi en leuk zijn. 
Ook van gebakjes in stukjes snijden en van samen vakantie vieren in de tuin.

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *